“Zaterdag aangekomen in Frederikstad. Het is nu dinsdag en we zijn nog steeds niet vertrokken, alhoewel we ‘s ochtends zouden gaan. Nee, het wordt vier uur. Het is zes uur geweest. Ah, ok, “we gaan” hoor ik net.
Maar we hebben het leuk gehad de afgelopen dagen. Zaterdag de “egg-challange”: krijg een ei zover mogelijk op het dek vanaf het eerste kraaiennest, zonder iets op het schip vast te maken. In een team met Anaïs, Max, Søren en Anne-Margit, waarbij de laatste twee iets anders wilden doen, eindigden we natuurlijk met een luchtdruk-gestuurde raket van een frisdrankfles (je kent ze wel) die een ei met een parachute voortstuwde.
Bij gebrek aan profi materialen bestond onze basis uit een plastic bakje en was onze dop-fietspompaansluiting luchtdicht gemaakt met kouwgom. De raket werkte alsnog prima, maar helaas viel het ei uit de houder voor de lancering. Alhoewel we natuurlijk niet voor de winst gingen maar voor de show was het toch jammer, aangezien ook de parachute uitstekend bleek te werken. Heb nog nooit zo veel lol gehad als de paar uur in het park tijdens het bouwen en crashtesten van onze raket. Dat krijg je als je drie gekke wetenschappers een evil plan uit laat voeren.
Van zondag weet ik bijna niets meer, was niet zo geweldig als een raket bouwen en schieten vanaf de mast. Oja, ‘s ochtends waren er sportactiviteiten waar ik natuurlijk niet aan meegedaan heb en die ik met Anaïs, Max en Noëlle ontvlucht ben voor een wandeling door het oude gedeelte van Frederikstad, het ford. ‘s Avonds was er een crew party; ‘t was leuk om te picknicken, maar verder was er niet zo veel aan (geen dansmogelijkheden). We zijn nog met wat mensen een wandelingetje gaan maken en teruggegaan naar het schip. Ik heb veertien kaartjes geschreven (dat is veel) en lekker gedouchet. We waren allemaal ontzettend moe dus Mak keek heel verbaasd toen hij erachter kwam dat het pas elf uur was.
Er was overigens ook een markt langs de kade speciaal voor de Tall Ship Races. Niet met allerlei Noorse producten om aan de touristen te laten zien, maar met Europese kraampjes. Dat is leuk voor de Noren. Volgens de Fransen klopte er niks van de zogenaamde “food from the South of France”. Ik had bijna voor de grap kaas uit Nederland gekocht.
Verder best veel gelopen met mijn Franse vrienden. Wilde frambozen tegengekomen waar ik bijna niet weg van was te slaan. M’n voeten doen nu wel ongelooflijk veel zeeer. Dat was enigszins lastig toen ik deodorant moest halen voor het kanon. Kanon? Kanon! Dat is ons volgende project, een aardappelkanon. Hebben vanmiddag al van het dek geschoten, echt heel leuk! Terugslag is behoorlijk groot en de dop op de achterkant schiet er vanaf, dus helemaal ongevaarlijk is het niet. Ach ja, for science!”